Skip to main content

Community Acquired Pneumonia (CAP)

Een pneumonie wordt onderverdeeld in een ‘community acquired pneumonia’ (CAP) en een ‘hospital acquired pneumonia’ (HAP). Er is sprake van een HAP als patiënt minstens 72 uur in een verpleeg- of ziekenhuis is opgenomen, anders wordt er gesproken van een CAP.

Klinische presentatie

Variërend van een milde pneumonie gekenmerkt door koorts, hoest en kortademigheid tot ernstige longontsteking gekenmerkt door sepsis en respiratoire insufficiëntie.

Pulmonale symptomen

  • Hoesten (met of zonder sputumproductie)
  • Dyspnoe
  • Pleurale thoraxpijn
  • Tachypneu
  • Verhoogde ‘work of breathing’

Systemische symptomen

  • Koorts
  • Rillingen
  • Vermoeidheid
  • Algehele malaise
  • Tachycardie

Epidemiologie

De geschatte jaarlijkse incidentie van CAP in de westerse wereld is 5 tot 11 gevallen per 1000 volwassenen​1​

Risicofactoren

  • Oudere leeftijd
  • Chronische comorbiditeit (m.n. COPD)
  • Virale respiratoire infecties
  • Verminderde luchtweg protectie (bijv. microaspiratie)
  • Roken en alcoholabuses

Oorzaken

De meest voorkomende oorzaken van CAP kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld:

Typische bacteriële verwekkers

Tussen haakjes de percentage van isolatie op de IC. In 25% wordt er geen pathogeen geïdentificeerd ​1​.

  • Streptococcus pneumoniae (22%, meest voorkomende bacteriële oorzaak)
  • Staphylococcus aureus (10%)
  • Haemophilus influenzae (7%)
  • Moraxella catarrhalis
  • Group A streptococcen
  • Aerobe gram-negatieve bacteriën (bijv. Enterobacteriaceae zoals Klebsiella spp of Escherichia coli)
  • Microaerophilic bacteriën en anaeroben (geassocieerd met aspiratie)

Atypische bacteriële verwekkers

‘Atypisch’ verwijst naar de intrinsieke resistentie van deze verwekkers tegen bèta-lactam antibiotica, hun onvermogen om zichtbaar te worden op Gram-kleuring of gekweekt te worden met traditionele technieken.

  • Legionella spp (1%)
  • Mycoplasma pneumoniae
  • Chlamydia pneumoniae
  • Chlamydia psittaci (blootstelling aan vogels)
  • Coxiella burnetii
  • Pseudomonas auruginosa (5%)

Respiratoire virussen

In de IC-populatie 17% een virale oorzaak.

  • Influenza A and B virus
  • Rhinovirus
  • Parainfluenza virus
  • Adenovirus
  • Respiratoir sincytieel virus
  • Humaan metapneumovirus
  • Coronavirus
  • Humaan bocavirus

Specifieke verwekkers gerelateerd aan epidemiologische condities of risicofactoren

ConditieVaak aangetroffen ziekteverwekker(s)
AlcoholismeStreptococcus pneumoniae, orale anaeroben, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter spp, Mycobacterium tuberculosis
COPD en/of rokenHaemophilus influenzae, Pseudomonas aeruginosa, Legionella spp, S. pneumoniae, Moraxella catarrhalis, Chlamydia pneumoniae
AspiratieGram-negatieve enterale pathogenen, orale anaeroben
Long abcederingMRSA, orale anaeroben, endemische schimmels, M. tuberculosis, atypische mycobacteriën
Blootstelling aan uitwerpselen van vleermuizen of vogelsHistoplasma capsulatum
Blootstelling aan vogelsChlamydia psittaci
Blootstelling aan konijnenFrancisella tularensis (Tularemie)
Blootstelling aan landbouwhuisdieren of drachtige kattenCoxiella burnetti (Q-koorts)
Hotel- of cruiseschipverblijf in de afgelopen twee wekenLegionella spp
Reis naar het zuidwesten van de Verenigde StatenCoccidioides spp, hantavirus
Reis naar Zuidoost- en Oost-AziëBurkholderia pseudomallei, avian (H5N1, H7N9) influenza, SARS coronavirus
Reis naar het Arabische schiereilandMiddle East respiratory syndrome coronavirus
Influenza actief in gemeenschapInfluenza, S. pneumoniae, Staphylococcus aureus, H. influenzae
Hoest> 2 weken met kinkhoest of brakenBordetella pertussis
Structurele longziekten (bijv. bronchiectasiën)P. aeruginosa, Burkholderia cepacia, S. aureus
IV drugs gebruikS. aureus, anaeroben, M. tuberculosis, S. pneumoniae
Endobronchiale obstructieAnaeroben, S. pneumoniae, H. influenzae, S. aureus
In het kader van bioterrorismeBacillus anthracis (anthrax), Yersinia pestis (de ‘pest’), Francisella tularensis (Tularemie)
COPD: chronische obstructieve longziekte; MRSA: methicilline-resistente Staphylococcus aureus; HIV: humaan immunodeficiëntievirus; SARS: severe acute respiratoir syndroom

​2​

Specifieke verwekkers immuungecompromitteerde patiënten

Immuun tekortAlgemene oorzakenOrganisms
NeutropenieChemotherapie
Leukemie
AIDS
Feltysyndroom (ernstige vorm van reumatoïde artritis)
Virale infecties
Gram-negatieve staven
Staphylococcus aureus
Coagulase-negatieve Staphylococcus
Streptococcen
Fungae (Aspergillus spp, Candida spp)
Neutrofiele chemotaxisDiabetes mellitus
Cirrose, alcoholisme
Uremie
Ziekte van Hodgkin
Trauma, brandwonden
Lazy leukocyte syndrome
S. aureus
Candida spp
Streptococcen
Mucorales (orde van schimmels)
Neutrofiele killingChronische granulomateuze ziekte
Myeloperoxidase deficiëntie
S. aureus
Escherichia coli
Fungae (Aspergillus spp, Candida spp)
T lymfocyten deficiëntieHIV/AIDS
Lymfoom
Chemotherapie
Transplantatie
Glucocorticoïden
Virale infecties
T cel-depletie
Antilichamen
Virusen (latent herpesvirus, papillomavirus, respiratoire virus)
Intracellulaire bacteriën (Legionella spp, mycobacteriën)
Nocardia spp
Fungae (Pneumocystis jiroveciiCryptococcus spp, Histoplasma capsulatum)
Parasiten (Strongyloides spp, Toxoplasma spp)
B lymphocyte deficiencyMultipel myeloom
Acute leukemie
Brandwonden
Congenitaal
Medicatie (anti-B-cel therapie, azathioprine, mycofenolzuur)
Plasmaferese
Glucocorticoïden
Gekapselde bacteriën (PneumococcusHaemophilus influenzaeNeisseria meningitides)
Salmonella spp
Campylobacter
Giardia
MiltSplenectomie
Sikkelcelziekte
Cirrose
Gekapselde bacteriën (Pneumococcus, H. influenzaeN. meningitidis)
Capnocytophaga
ComplementCongenitaal/verworven deficiëntiesS. aureus
Gekapselde bacteriën (Pneumococcus, H. influenzae, N. meningitidis)

Anamnese

Buitenlandbezoek, ziekteverwekker gerelateerde risicofactoren, antibiotische voorbehandeling.

Lichamelijk onderzoek

Aandacht voor symptomen wijzend op ernstige ziekte: ademfrequentie ≥ 30/min, acute verwardheid (mentaal), SBP ≤90 of DBP ≤ 60 mmHg en leeftijd ≥ 65 (AMBU 65 criteria).

Aanvullend onderzoek

  • X-thorax: infiltraten
  • Gramkleuring en kweek van sputum en (eventueel) pleuravocht
  • Bloedkweken
  • Sneltesten urine: Legionella urine antigen test en pneumokokken urine antigen test
  • Overweeg: PCR en/of serologisch onderzoek op Mycoplasma, Chlamydia, Coxiella, Legionella en respiratoire virussen
  • Overweeg BAL bij niet opknappen of verdenking opportunistische infectie

Beleid

  • ABC-stabilisatie
  • Keuze van empirische antibiotische therapie hangt af van de ernst
    • De ernst wordt bepaald met de CURB-65 (=AMBU-65), de PSI-score of een pragmatische classificatie (ambulant, opname zaal met matig ernstige of ernstige CAP of opname IC).
  • Milde CAP (ambulant; CURB-65 0-1; PSI 1-2): S. pneumoniae dekking met smalspectrum β–lactamantibiotica of doxycycline
  • Matig ernstige CAP (opname zaal; CURB-65 2; PSI 3-4): IV (smalspectrum) β–lactamantibiotica. Geen doxycycline i.v.m. toenemende pneumococcen resistentie Bij verdenking legionella of therapiefalen na 48 uur: legionella sneltest inzetten
  • Ernstige CAP (opname IC, CURB-65 3-5 of PSI 5): empirisch antibioticabeleid voor S. pneumoniae, Legionella spp en Gram-negatieve bacteriën.
    • Legionella sneltest positief: monotherapie gericht tegen Legionella spp
    • Legionella sneltest negatief: nog steeds verder behandeld met combinatietherapie (sensitiviteit < 100%)
    • Ongeacht van de uitslag van de pneumokokken-urineantigeentest verder behandelen met combinatietherapie (specificiteit < 100%). De-escalatie bij patiënten met een positief testresultaat en zonder dat andere pathogenen worden gedetecteerd als klinische stabiliteit (vaak binnen 48 uur) is bereikt, of pneumokokken zijn gekweekt.
  • Volg het lokale antibioticumbeleid, of SWAB-richtlijn.
  • In het geval van aspiratie vervang β-lactam door amoxicilline-clavulaanzuur 4dd 1200 mg i.v.
  • Antibiotica bijstellen op geleide van de kweken.

De-escalatie van antibioticatherapie

  • De-escalatie van empirische antibioticatherapie wanneer klinisch verbetering of een definitieve microbiologische diagnose wordt gesteld.
  • Behandelingsduur:
    • 5-7 dagen (β-lactams en fluorochinolonen)
      • 5 dagen bij patiënten die na 3 dagen behandeling aanzienlijk zijn verbeterd
    • Bij S. aureus minstens 14 dagen
    • M. pneumoniae of Chlamydophila spp. 14 dagen
    • Legionella spp. 7-10 dagen indien goede klinische respons

Niet-reagerende pneumonie

Niet reagerend na 48 uur behandeling. Mogelijke benaderingen m.b.t. aanvullende diagnostiek zijn:

  • Kweken: verwekker aantonen die niet gedekt wordt
  • TTE: cardiogeen longoedeem uitsluiten
  • (HR)CT-long: aantonen nieuwe caviterende laesies, abcedering, empyeem en bronchiale massa’s
  • Celtelling en differentiatie sputum of BAL-vloeistof voor eosinofilie: uitsluiten eosinofiele pneumonie
  • Sputum / BAL: PCR op TBC en non-TBC mycobacteriën
  • BAL: Schimmels en gisten: oa. aspergillus (gallactomannan)
  • Sputum / BAL: PCR CMV, VZV, HSV (hoewel onwaarschijnlijk bij een immunocompetente gastheer)
  • Autoimmuun screening: bijv. SLE, RA, Sjögren-syndroom, mixed connective tissue disease, Wegener-granulomatose, Churg-Strauss-syndroom, Goodpasture-syndroom, spondylitis ankylopoetica
  • Longbioptie: invasief, echter overwegen indien de diagnose onzeker is en de mogelijke behandelingen agressief en onverenigbaar is

Factoren geassocieerd met therapiefalen

Verkeerde ziekteVerkeerde antimicrobiële middelenVoorspellers van een slechte respons op antibiotica
Abces

Empyeem

Vasculitis (bijv. granulomatose met polyangiitis)

Maligniteit

Alveolaire bloeding

Cryptogeen georganiseerde pneumonie (COP)

Alveolaire proteïnose

SLE

Hartfalen

Longembolie

Sarcoïdose

Eosinofiele pneumonie
Onderdosering

Ongeschikt dosisinterval

Slechte penetratie in longweefsel

Virale longontsteking

Atypische longontsteking
Oudere patiënt

Meerdere comorbiditeiten

Alcoholisme

Roken (en COPD)

Multilobaire longontsteking

Bacteriëmie

Empyeem en longabces

Legionella pneumonie

Polymicrobiële longontsteking

Prognose

CURB-65 scoreMortaliteit risico
00.6 – 0.7%
12.7 – 3.2%
23 – 6.8 %
314 – 17%
4 or 527.80 – 57%
​3,4​

Referenties

  1. 1.
    SWAB / NVALT. Management of Community-Acquired Pneumonia in Adults. Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid. Published 2016. Accessed July 15, 2020. https://swab.nl/exec/file/download/83
  2. 2.
    Mandell LA, Wunderink RG, Anzueto A, et al. Infectious Diseases Society of America/American Thoracic Society Consensus Guidelines on the Management of Community-Acquired Pneumonia in Adults. Clinical Infectious Diseases. Published online March 1, 2007:S27-S72. doi:10.1086/511159
  3. 3.
    Lim WS. Defining community acquired pneumonia severity on presentation to hospital: an international derivation and validation study. Thorax. Published online May 1, 2003:377-382. doi:10.1136/thorax.58.5.377
  4. 4.
    Shah B, Ahmed W, Dhobi G, Shah N, Khursheed S, Haq I. Validity of pneumonia severity index and CURB-65 severity scoring systems in community acquired pneumonia in an Indian setting. Indian J Chest Dis Allied Sci. 2010;52(1):9-17. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/20364609

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *